Bareau: Een avontuur waar we veel profijt van hebben gehad


bareau

Bareau doet volgens oprichter en eigenaar Kirsten Zagt eigenlijk al 10 jaar hetzelfde: een idee ontwikkelen om in één stap groengas uit biomassa of afvalwater te maken. Daarbij kreeg het bedrijf al sinds de oprichting hulp van 10 mensen met een arbeidsbeperking, waarvan er nu nog 1 in dienst is.

In 2005 besloot biotechnoloog Kirsten Zagt – na een carrière die hem langs diverse advies- en ingenieursbureaus voerde – voor zichzelf te beginnen. Het Ministerie van Economische Zaken stelde subsidie beschikbaar voor onderzoek naar duurzame manieren van energiewinning. “Wij zijn als enige nog overgebleven van alle onderzoeksbureaus die voor die subsidie in aanmerking kwamen.”

De oplossing van Bareau, het winnen van groengas uit biomassa of afvalwater, wekte ook de interesse van andere overheden en commerciële partijen. “Tot onze klanten behoren waterschappen, gemeenten en gasbedrijven. Door technologische innovatie bewijzen wij dat we veel efficiënter energie op kunnen wekken. Dat idee slaat gelukkig aan.”

Technische en sociale innovatie

Maar Zagt gelooft niet alleen in technologische, maar ook in sociale innovatie. Al vanaf het eerste begin bood hij kansen aan mensen met een beperking of een afstand tot de arbeidsmarkt. “Mijn echtgenote was werkzaam als re-integratiecoach. Via haar kwam ik erachter dat zij werkte met een doelgroep met heel veel, heel getalenteerde mensen.”

Zagt schat dat er in de afgelopen jaren 20 mensen uit de doelgroep voor korte of langere tijd bij Bareau hebben gewerkt. Op dit moment is er nog eentje van over. “Dat is onze laboratorium-medewerker, die doet zijn werk uitstekend. Dat deden veel van de anderen ook, maar omdat we met ons bedrijf in een nieuwe fase zijn gekomen, het onderzoeksgedeelte is eigenlijk klaar, zijn we nu aan het doorontwikkelen en werken veel met studenten.”

Eyeopener

Toch is Zagt enthousiast over de ervaringen met mensen uit de doelgroep. “Het was hartstikke leuk om samen te werken met mensen uit veel verschillende culturen en met veel verschillende talenten. In de kaartenbakken zitten genoeg mensen met het academische niveau dat we nastreven. Dat vond ik wel een eyeopener. En uiteindelijk is het heel simpel, er zijn twee soorten mensen: zij die willen en zij die niet willen. Met de eerste groep heb ik altijd prima samengewerkt, met de tweede groep vanzelfsprekend wat minder.”