Gerco Brandpreventie: Het is ook een investering in onze toekomst


Gerco-brandpreventie-medewerkers

Hotels, zorginstellingen, gevangenissen, kantoren en scholen – om maar wat voorbeelden te noemen – zijn gevestigd in het soort gebouwen waarvoor speciale brandpreventieregels gelden. Bijvoorbeeld om er voor te zorgen dat mensen bij een eventuele brand genoeg tijd krijgen om het pand te verlaten.

Gerco is in Nederland de grootste leverancier die zulk soort brandwerende toepassingen zowel ontwikkelt, produceert, test als monteert. Bij het bedrijf werken circa 200 mensen, waarvan 170 als monteur of voorman in de buitendienst. “Van oudsher zijn we een echt familiebedrijf,” vertelt Gea Stomphorst, HRM-manager van het bedrijf. “Maar de afgelopen jaren is er een nieuw MT gekomen en wordt er een nieuwe organisatie opgebouwd.”

Niet ingewikkeld, wel zwaar

De Gerco-medewerkers in de buitendienst komen vaak in actie als de brandweer bij een controle niet tevreden was en er herstelwerkzaamheden moeten worden verricht. Bij andere klanten, zoals grote ziekenhuizen, is er altijd een medewerker van Gerco aanwezig om de brandpreventie voortdurend up-to-date te houden. “Veel van ons werk is niet ingewikkeld, maar wel zwaar. Het is op zich prima geschikt voor jongens die moeite hebben op school, of anderen uit de doelgroep van de Participatiewet, zolang ze fysiek maar goed in orde zijn.”

De neef van een huidige Gerco-medewerker, een jongen die op het speciaal onderwijs zat, was de eerste doelgroeper die bij Gerco binnenkwam. “Hij is begonnen met een stage en loopt nu een heel jaar mee met twee andere monteurs. In het begin was hij heel stil en teruggetrokken, nu is hij helemaal opgebloeid. Als hij zijn opleiding heeft afgerond, kunnen we hem dan ook direct in dienst nemen.”

Extra handjes

Deze positieve ervaring leidde er toe dat Gerco ook andere jongens uit het speciaal onderwijs, in totaal nu drie, een stageplek aanbood. Begeleid door ervaren monteurs leren ze het vak en gaan daarnaast nog naar school. “Die ervaren mannen vinden het hartstikke leuk om hun kennis over te brengen en zijn natuurlijk ook blij dat ze een jaar lang een paar handjes extra als ondersteuning hebben.”

Stomphorst is de afgelopen periode veel tijd kwijt geweest met bureaucratisch geharrewar. Ze is niet erg te spreken over het UWV. “Die geven wel subsidie als je iemand in dienst neemt, maar niet bij een stage. Dat snap ik op zich nog wel, maar wij hebben de duidelijke intentie om de jongens in dienst te nemen. Wij voorkomen hiermee uitstroom naar de Wajong. En zo’n stage kost ons natuurlijk tijd, want bij een stage hoort begeleiding. Het UWV geeft toe dat het vreemd is, maar kan de regels niet veranderen. Nu moeten wij het dus maar als investering in onze eigen toekomst zien, maar eigenlijk klopt er natuurlijk weinig van.”