De Groene Taxi: Ik ben er trots op dat we samen zover zijn gekomen


Groene-taxi

Bert Kroeze, voormalig leraar en ondernemer in de grafische industrie, kwam na gezondheidsklachten thuis te zitten. Dat hield hij niet lang vol en op zoek naar een nieuw domein om als ondernemer actief te worden, kwam hij uit bij de taxibranche. “Ik stond overal voor open, wilde gewoon iets doen!”

Met De Groene Taxi richtte hij samen met een compagnon een taxibedrijf op dat milieubewust wilde rijden – de naam stamt ook nog uit die periode – maar dat zich stapje voor stapje ontwikkelde tot een PSO-gecertificeerd taxibedrijf met 50 medewerkers. “We rijden veel in opdracht van het plaatselijke SW-bedrijf en zorginstellingen in de regio. Straatwerk doen we niet.”

Van taxibedrijf naar detacheringsbedrijf

Kroeze biedt zijn medewerkers eigen opleidingen om de vereiste diploma’s te halen, dat is volgens hem één van de pijlers onder zijn succes. “Ik zag dat de doelgroep problemen had met de reguliere cursus. Ze zijn helemaal niet lui, maar er werd over hun hoofden heen gepraat. Daarom zijn wij dat zelf op gaan pakken, zodat ze in hun eigen tempo werken en in kleinere groepen zitten. Dat werkt.”

De Groene Taxi betaalt de kosten van de cursus voor haar deelnemers en wacht niet eerst op subsidie. Kroezes verdienmodel is erop gebaseerd om medewerkers elders te detacheren of natuurlijk voor De Groene Taxi zelf te laten rijden. “We zijn een soort leerbedrijf geworden: we leiden veel mensen op en detacheren er ook veel. Op dit moment ongeveer 25% van onze mensen. Dat is een bewijs voor de kwaliteit die onze mensen hebben. Daar ben ik heel trots op.”

Niet pamperen

Kroeze let in het bijzonder op de sfeer op de werkvloer. Hij praat regelmatig met alle medewerkers en er wordt vier keer per jaar een feest georganiseerd. “Je moet er kort bovenop zitten, zonder al te streng te zijn. Dan ontvang je meteen de signalen als er iets niet goed gaat en kun je in verreweg de meeste gevallen moeilijkheden vroegtijdig oplossen.”

Dat lukt niet altijd. Als een medewerker een negatieve invloed op de sfeer heeft, aarzelt Kroeze niet om in te grijpen. “Het is inderdaad weleens voorgekomen dat we afscheid van iemand moesten nemen. Na een maand of drie komt er vaak een kritiek moment, dan is de nieuwigheid er vanaf en moeten mensen echt hun plek vinden. Juist dan is het cruciaal om veel te praten. Dat geeft de mensen het gevoel dat we hier echt samenwerken en ik ben er trots op dat we samen zover zijn gekomen.”

Kroezes adagium is ‘niet pamperen, maar wel aanpassen’. Hij verwacht van zijn mensen een gemotiveerde houding en is tegelijkertijd altijd bereid om rekening te houden met verschillende wensen en talenten. “Als een chauffeur liever geen groepen kinderen rijdt of moeite heeft met rolstoelen in en uit de wagen rijden, dan passen we het rittenschema aan. Gelukkig hebben we een planner die dat heel goed aanvoelt. Het is ontzettend belangrijk om mensen in je organisatie te hebben die flexibel zijn en weten hoe ze om moeten gaan met verschillen.”