IIC: Ik zet liever mensen dan apparaten aan het werk


Uitleggen wat IIC -International Innovation Company-  nu precies doet, is nog niet zo heel makkelijk. Het bedrijf van Patrick Schneider bestaat 30 jaar en ziet zichzelf als ideeënfabriek. “Wij zijn geen ontwerpbureau en ook geen producent”, zegt Schneider. “We beheren de hele keten.”

Dit betekent concreet dat het bedrijf producten in Europa laat maken, die op de eigen locatie in Delfgauw assembleert, verpakt en verstuurt naar winkels in 83 landen. “We doen dat onder onze eigen naam en ook voor derden. Vanaf het product waar we bekend mee zijn geworden, de vacuum wine saver, staat het innovatieve gehalte van onze producten voorop.”

Sociale gehalte

Maar het gaat Schneider niet alleen om productinnovatie, ook het sociale gehalte van zijn bedrijf is indrukwekkend te noemen. “Al vanaf het allereerste begin zetten wij ons in voor mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Dat doen we in samenwerking met het SW-bedrijf, waarvoor gemiddeld zo’n 140 mensen voor ons werken.”

Die samenwerking van het SW-bedrijf gebeurt in de vorm van detacheringen. Dat is vooral van voordeel omdat een bedrijf als IIC afhankelijk van het seizoen behoefte aan meer of minder werknemers heeft. “Zo blijven we flexibel om in te spelen op de behoeftes van de markt. Maar belangrijker is nog dat deze doelgroep gewoon heel goed en heel secuur werkt. Ik heb ook een tijdje studenten gehad, maar dat is in kwaliteit echt een wereld van verschil.”

Andere werkgevers stimuleren

Onder leiding van voormannen van de gemeente doen de SW’ers in opdracht van IIC hun werk. Het bedrijf heeft drie zalen, in de eerste zaal wordt eenvoudiger werk gedaan en in de tweede en derde ruimte ligt het niveau iets hoger. “Daardoor ligt er niet te veel druk op en kunnen mensen in hun eigen tempo werken. Vele handen maken licht werk en zo krijgen veel mensen een kans.”

Daarom wil Schneider ook een deel van zijn fabriekscapaciteit openstellen voor andere bedrijven. “De ruimtes die we samen met het SW-bedrijf exploiteren, gebruiken we niet het hele jaar door even intensief. Dan zou het toch geweldig zijn als deze doelgroep ook voor andere werkgevers aan de gang kon? Je staat verstelt van het talent dat deze mensen te bieden hebben. Ik zou alle werkgevers willen stimuleren daarmee aan de gang te gaan.”