Kees Verrips stond jaren voor de klas, onder andere op een school voor Zeer Moeilijk Lerende Kinderen. Hij kwam er gaandeweg achter dat het schoolsysteem niet geschikt was voor deze leerlingen. “Er wordt veel over deze groep gepraat, maar veel te weinig met.“
Er wordt volgens Verrips niet alleen te weinig gepraat met scholieren die moeite hebben om mee te komen, het standaardonderwijs schiet ook op andere manieren tekort. “De praktijk is veel meer geschikt om te leren en jezelf te ontwikkelen. Binnen het onderwijs was natuurlijk geen geld beschikbaar, daarom hebben we een imkerij overgenomen en zijn we zelf maar gewoon begonnen.”
Dat was in 2009 en uit die ene imkerij is een klein imperium gegroeid met meerdere aangesloten imkerijen en een verwerkingscentrum. Van de 14 medewerkers is ongeveer de helft regulier, de andere helft valt op de een of andere manier onder de participatiedoelgroep. “Er is geen groot geheim. Mensen zijn net bomen: ze moeten de ruimte hebben om te groeien.”
Relatie opbouwen
Dat klinkt wel iets gemakkelijker dan het is. Volgens Verrips is geduld een belangrijke vereiste in de omgang met ‘zijn’ jongens en meisjes. “Je moet een relatie met elkaar opbouwen en dat kost tijd. Maar is dat dan erg? Om bij mijn vergelijking te blijven: niet iedere boom groeit even snel of hoog, maar elke boom kan groeien en bloeien. Daar doe ik het voor.”
Verrips spant zich niet alleen uit christelijke overtuiging in voor de mensen die moeite hebben om een plekje te vinden in de samenleving. “Er wordt vaak gepraat over mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Maar het is omgekeerd: de arbeidsmarkt heeft zich van deze mensen afgekeerd. Neem een ouderwets boerenbedrijf, vroeger was daar werk voor mensen met allerlei capaciteiten. Dat bestaat allemaal niet meer, die banen zijn weg gerationaliseerd. Maar daar kunnen de mensen die het allemaal niet aan komt waaien toch niks aan doen? En waar moeten die dan naar toe?”
Het spel en de regels
In zijn imkerij leidt Verrips, met behulp van zijn reguliere medewerkers, de jongeren op. Hij verkoopt hoogwaardige producten, biedt kansen aan mensen met een arbeidsbeperking en wil daar een eerlijke prijs voor ontvangen. Om dat af te dwingen, wil hij de grootste aanbieder van Nederlandse honing worden. “Het spel op de markt wordt nu eenmaal volgens deze regels gespeeld. We moeten zo groot zijn, dat de supermarkten niet om ons heen kunnen als het om Nederlandse honing gaat. Dan hebben we immers invloed op de prijs en kunnen we op een gezonde manier blijven draaien.”