Waddinxveen halveert bijstandsbestand – De vijf wetten van projectleider Paul Bulterman
In Waddinxveen is iets vreemds aan de hand. In de Zuid-Hollandse gemeente is een project gestart, Waddinxveen, dát werkt!, om het bijstandsbestand te halveren. De doelstelling is misschien al ambitieus, maar het echt bijzondere is: het project lijkt te werken. “Het is echt geen tovertruc, heel veel mensen kunnen, willen en gaan gewoon aan het werk. Als je het goed organiseert.”
Het driejarige project Waddinxveen, dát werkt! ging in 2017 van start en staat onder leiding van Paul Bulterman. Bulterman is weliswaar geen vreemde in de wereld van de werkvoorziening en werkgeversdienstverlening, hij heeft al voor veel arbeidsmarktregio’s en gemeenten gewerkt, maar komt wel van buiten. Hij werkt op projectbasis voor de gemeente Waddinxveen en heeft daar het commitment en de ruimte gekregen om het project uit te voeren. “De gemeente heeft mijn projectvoorstel geaccepteerd en daarmee mijn manier van werken. Dat is ook nodig. Om iets te bereiken, moesten we iets veranderen.”
De 5 wetten van Bulterman
Bij zijn opdracht ging hij uit van vijf basisprincipes: zorg voor een sluitende aanpak van nieuwe instroom, ken de cliënt door en door, verander de verhouding tussen consulenten en werkgeversadviseurs in de gemeentelijke organisatie, bied ordentelijke dienstverlening aan werkgevers en zorg voor effectieve handhaving. “Een combinatie van deze vijf principes leidt tot maatwerk, zowel in de richting van de cliënt als in richting van de werkgever.”
Wet 1
In Waddinxveen was, net als in de meeste andere gemeenten, de stroom van nieuwe uitkeringsaanvragen onverminderd hoog. “We passen een werkwijze toe die ervoor zorgt dat deze stroom met maar liefst 95% is verminderd.”
Wet 2
Bulterman begon zijn klus in Waddinxveen met het in beeld brengen van het cliëntenbestand. Hij ontving hen in groepjes van tien tot vijftien en deed dat meerdere keren. “Je moet het bijhouden. Je moet de mensen intensief bevragen, dan leer je ze heel goed kennen. Vervolgens moet je die kennis actueel houden. Dat is echt een basisvoorwaarde, als je de cliënten niet kent, krijg je ze nooit aan het werk.”
Wet 3
De verhouding tussen het aantal consulenten en werkgeversadviseurs klopt volgens Bulterman bij veel gemeenten niet. Er zijn heel veel consulenten en heel weinig werkgeversadviseurs. “Dat zorgt ervoor dat de blik meer naar binnen gericht is, naar de cliënten en de eigen organisatie. Maar je moet juist naar buiten, een relatie hebben met werkgevers, om de banen te vinden.”
Wet 4
In de optiek van Bulterman heeft men in veel gemeenten te weinig kennis van en affiniteit met het bedrijfsleven, met beroepen en rond de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. “Er is een vertrouwensrelatie met werkgevers nodig, en dat is veel meer dan een ‘contact’. Je moet laten zien dat je met kennis van zaken handelt. Dat je je verantwoordelijk voelt voor een succesvolle plaatsing. Dan kun je, zo blijkt in de praktijk, met de meeste werkgevers prima zaken doen.”
Wet 5
Volgens Bulterman zijn veel medewerkers van afdelingen Werk en inkomen te weinig consequent in hun bejegening van uitkeringsgerechtigden. “Het getuigt van respect als je heldere afspraken maakt en dat je als basishouding hebt dat beide partijen zich hieraan houden. Is dat niet zo, dan hoort dat consequenties te hebben. Zeer bijzondere omstandigheden daargelaten. Wij merken dat het daadwerkelijk toepassen van sancties effectief is. Je verliest je geloofwaardigheid als je daarmee sjoemelt. Daarom gaan we bijvoorbeeld met mensen mee naar het sollicitatiegesprek. Daarom bewaken we strikt dat ze zich aan de afspraken houden en daarom leggen we ook sancties op als dat niet het geval is.”
Weerstand
Zoals te verwachten viel, leverden de vijf wetten van Bulterman ook weerstand op. Voor de cliënten was het in eerste instantie een grote omschakeling. “Cliënten waren gewend dat de consulenten vaak meeveerden. Dat is nu natuurlijk anders. Mijn drijfveer is dat iedereen recht heeft op een zelfstandig bestaan. Ik wil mensen met respect, dus ook op een volwassen zakelijke manier bejegenen. Veel mensen in de bijstand hebben schulden. Werk biedt een route om uit die problematische situatie te komen. Dat houden we de cliënten ook voor.”
Bulterman benadrukt dat hij cliënten altijd benadert vanuit het besef van hun belang bij betaald werk, niet dat van de gemeente. “Daarom vind ik het zo belangrijk dat mensen snel aan het werk gaan, ook al is dat niet de leukste baan. Die komt daarna wel. Bulterman gelooft niet in sollicitatietraining of motivatietrainingen. “De eerste baan na de uitkering is misschien niet leuk, maar wel nodig om iets op te bouwen. Het is dus geen keuze, maar noodzaak om een baan te accepteren”.
Ook binnen gemeentelijke organisaties ontmoette Bulterman in eerste instantie de nodige weerstand. Wie iets wil veranderen, geeft daarmee immers impliciet de boodschap dat de bestaande werkwijze niet de juiste is. “Het kost tijd om iedereen ervan te doordringen dat de al jarenlang overal toegepaste manier van werken in de praktijk onvoldoende effectief is. Het kost tijd om medewerkers te laten ervaren dat de resultaten van je werk vele malen gunstiger zijn als je breekt met traditionele, ineffectieve werkwijzen. We hebben een aanloopfase nodig gehad, maar de omslag is nu gemaakt. Binnen de gemeente zie ik volledig commitment aan het project.”
Werkgevers doen actief mee
De werkgevers in Waddinxveen en omgeving reageerden volgens Bulterman meteen enthousiast op zijn plannen. “Ik heb mijn plannen gepresenteerd en de werkgevers stonden er meteen voor open.” Ze ondersteunen de uitvoering van het programma actief. Dat geldt voor bijvoorbeeld het Ondernemers Platform Waddinxveen, de lokale werkgeversorganisatie. “Met een groep bouwbedrijven heb ik bijvoorbeeld gelijk afspraken kunnen maken om uitkeringsgerechtigden een kortdurende praktijkopleiding te laten volgen en daarna in dienst te nemen.”
Het geheim in de omgang met werkgevers is volgens Bulterman, die zelf jarenlang een bedrijf heeft gehad, geloofwaardig handelen op basis van uitgebreide kennis van en praktijkervaring met de werkwereld van bedrijven. Zijn werkgeversadviseurs bezoeken dagelijks bedrijven en bouwen op professionele wijze aan een vertrouwensrelatie. Daar hoort bijvoorbeeld professionele facilitering van werkgevers bij. “Zo hebben we, in het bijzijn van staatssecretaris Van Ark en Bert van Boggelen van De Normaalste Zaak, een app gelanceerd om werkgevers op een efficiënte manier te informeren over beschikbare kandidaten. Via de app krijgen werkgevers korte profielen van kandidaten te zien en als het moet, kan er nog dezelfde dag een afspraak gepland worden. Dat is mijn idee van dienstverlening!”
Banenafspraak
Onder de bijstandsgerechtigden in Waddinxveen zitten ook de nodige mensen uit de doelgroep van de banenafspraak. Bulterman gelooft niet in doelgroepenbeleid. “Ik heb alle mensen in het bestand uitgenodigd en gesproken. Circa 20% van die mensen hebben we een tijdelijke ontheffing gegeven. Die uitkeringsgerechtigden kunnen, tenminste op het moment, nog niet aan het werk. Voor de rest geldt: men is arbeidsgeschikt. En dus gaan ze betaald aan het werk. Waar nodig door ons begeleid en ondersteund.”
In 2018, een jaar van economische voorspoed, nam het bijstandsbestand landelijk met gemiddeld 5% af. “In Waddinxveen zaten we op meer dan het dubbele en we zijn nu hard op weg naar 20%.” In dit tempo realiseren Bulterman en zijn collega’s aan het eind van het jaar een verlaging van tussen de 35% en 40%. “We hadden een lange aanloopfase, maar we zijn nu aan het versnellen. De instroom is tot een minimum teruggebracht en de uitstroom is nu op een bestendig, hoger niveau. Ik twijfel er geen seconde aan dat we volgend voorjaar, aan het eind van het project de doelstelling hebben gehaald.”