IPS-trajectbegeleiders: wie zijn dat?


Brigitte Lange van GGZ Ingeest, en Leen Verzendaal, werkzaam bij de Parnassia Groep zijn beiden IPS-trajectbegeleiders en actief in onze regio. Omdat IPS een belangrijke rol speelt in het werkgeverspilotproject in onze regio, willen we van Britte en Leen weten wat IPS is en wat hun functie inhoudt.

Brigitte Lange en Leen Verzendaal nemen beiden deel aan het project GGZ & Werk. Daarbinnen is IPS (Individuele Plaatsing en Steun) een belangrijk aspect. Zij kunnen ons dus veel vertellen over dit onderwerp.

Wat houdt IPS precies in? 

Leen: “IPS staat voor Individuele Plaatsing en Steun. Het is een methode van arbeidsre-integratie van mensen met ernstige psychische aandoeningen. De gedachte achter de methode is dat iedere cliënt die dat wil, met steun kan werken in een gewone werkomgeving. De methode is ontwikkeld in de Verenigde Staten, waar al snel bleek dat een plaatsing vaak succesvol is en er geen negatieve bijeffecten optreden”.

“Wat deze methodiek onderscheidt van andere, is dat er geen langdurige trainingen aan voorafgaan”, vult Brigitte aan. “De deelnemers worden zo snel als mogelijk in een door hen gekozen functie geplaatst en daarna in benodigde werkvaardigheden getraind of gecoacht. Een deel van het herstel van de cliënt vindt plaats tijdens de plaatsing, vanuit de gedachte dat een goede werkomgeving een positieve invloed heeft op het herstel”.

Brigitte schrijft op LinkedIn: “Wij begeleiden zowel werknemers als werkgever in ons traject vanuit zorg naar werk. Dit doen we volgens de IPS-methode. Een methode van arbeidsrehabilitatie waarbij we een regulier betaalde baan nastreven, tegen een salaris van tenminste het minimumloon, een geïntegreerde werkomgeving met ook mensen zonder handicaps en met doorlopende steun”.

Leen schrijft: “Om IPS binnen een grote organisatie goed vorm te geven, moet de organisatie ‘klaar’ en bereid zijn om naar haar cliënten te kijken als mensen met potentie, niet als patiënt. Hierover ga ik binnen de organisatie het gesprek aan en ontplooi ik initiatieven”.

Wat is jullie rol als IPS-trajectbegeleider daarbij? 

“Wij helpen de kandidaat bij het bepalen wat voor (type) baan hij of zij wil. Want de voorkeur van de cliënt, zijn sterke punten en werkervaring staan centraal. Dit blijkt namelijk een belangrijk positief effect te hebben op het uiteindelijke resultaat”. “En,” vervolgt Brigitte “dan nemen we contact op met werkgevers, die mogelijk zo’n functie in huis hebben.”

“Dat doen we soms ook via koude acquisitie, maar bij voorkeur gebruiken wij ons bestaande netwerk en dat van de kandidaat “, vult Leen aan. “Wij zijn voortdurend bezig om goede relaties op te bouwen en in stand te houden met werkgevers. Uit dat netwerk halen we de banen. Zo’n plaatsing vindt zorgvuldig plaats met meerdere gesprekken. Is de plaatsing een feit, dan blijft de IPS-coach zowel de cliënt als de werkgever begeleiden.”

Brigitte: “Als IPS-trajectbegeleider opereer je niet in je eentje. Er zijn meerdere disciplines nodig om een veelomvattende re-integratie en behandeling te bieden. Daarom is er een multidisciplinair team, waar bijvoorbeeld een psychiater, een verpleegkundige, een psycholoog, een ervaringsdeskundige en een IPS-trajectbegeleider deel van uitmaken. Met elkaar bespreek je de voortgang en bekijk je welke interventies eventueel nodig zijn. Een werkgever merkt daar niks van. Die heeft alleen te maken met de IPS-trajectbegeleider.

Is jullie werk sterk veranderd door de IPS-methodiek?

Brigitte: “Jazeker, al moet ik daar wel bij zeggen dat de introductie van IPS vrij snel volgde op mijn overstap van psychiatrische verpleging naar trajectbegeleiding in 2012. In mijn vorige beroep was psychische stabiliteit het hoogste doel. Dat leidde tot uiterst voorzichtig gedrag. Begeleiding naar werk werd vaak gezien als een risicoverhogende factor. Dus gebeurde dat veel te weinig.

Kort na mijn overstap kwam IPS en het inzicht dat werk een positieve invloed kon hebben op herstel. Nu werken we vanuit talent van de cliënt in plaats van aan symptoombestrijding van medische klachten. Deze ontwikkeling verspreidt zich nu als een olievlek door de wereld van GGZ. Dat vind ik erg boeiend en ik vind het bijzonder om deel uit te maken van deze verandering, die niet alleen effecten heeft binnen de GGZ, maar ook bij gemeenten en werkgevers. In wezen is het een emancipatiebeweging van mensen met een GGZ-achtergrond”.

Leen: “Voor mij is het niet zozeer veranderd. Uitgangspunten en ideeën die ik toch al vaak gebruikte, kan ik nu een methodisch kader geven. Ik blijf uitgaan van mogelijkheden, zoeken naar wat er wel kan, kandidaten zien en begeleiden als talenten. Wij brengen iets, komen niet vragen.

Als IPS’er ga je uit van het ‘gezonde’ deel, niet van de diagnose. Zonder daaraan voorbij te gaan uiteraard, maar dan altijd ten dienste van de route naar werk. Een heel praktisch voorbeeld kan zijn het zoeken van overleg over het tijdstip van inname slaapmedicatie. Als iemand ’s ochtends om 7.30 uur bij de bushalte moet staan om naar zijn werk te gaan, dan is het aan te bevelen om een slaappil vroeger op de avond in te nemen.

Ook vindt ik het van belang om ook de omgeving van de cliënt te betrekken bij de stap naar werk. Het is prettig voor een kandidaat om te ervaren dat vader, moeder, broer, zus, buurman, etc. achter hem staat . Dit draagt bij aan blijvend succes. Wij zijn er aan aantal uren, iemands omgeving 24×7.”