KienhuisHoving: Stil zitten is geen optie


Advocaten- en notariskantoor KienhuisHoving is actief betrokken bij regionetwerk de 99vanTwente. Frans Jozef van der Vaart is bestuursvoorzitter van de juridische dienstverlener uit Enschede. “Een faire verdeling van werk zal de maatschappelijke opgave voor de komende jaren worden.”

KienhuisHoving biedt juridische expertise op alle rechtsgebieden. Het kantoor kent circa 130 medewerkers, waarvan 71 juristen en circa 59 ondersteunende medewerkers. Als bestuursvoorzitter is Van der Vaart verantwoordelijk voor de strategie van het kantoor. “Ook in onze sector is de manier van werken enorm veranderd door online ontwikkelingen. IT verandert niet alleen de manier waarop mensen kerstcadeaus inkopen, maar ook de manieren waarop klanten naar juridische dienstverlening kijken.”

KienhuisHoving bereidt zich voor op de toekomst door in te spelen op de veranderingen in het werkveld en klanten op een proactieve manier bij te staan. “Stil zitten is geen optie. Het is een uitdaging om tijdig te investeren in de toekomst en in nieuwe generaties medewerkers. Wij hebben bijvoorbeeld een lab opgezet waar jonge medewerkers businessplannen voor de toekomst ontwikkelen.”

Parellel

Van der Vaart trekt een parallel tussen de ontwikkelingen in de advocatuur en de bredere ontwikkelingen in de samenleving. “De arbeidsmarkt verandert, verdienmodellen veranderen en daarmee veranderen organisaties van vorm. Net zoals wij bij KienhuisHoving medewerkers die al langer bij ons kantoor werken, mee willen en moeten nemen in het veranderproces, moeten we als samenleving ook iedereen mee proberen te nemen. Een faire verdeling van werk zal de grote opgave voor de komende jaren worden.”

Die discussie gaat KienhuisHoving volgens de bestuursvoorzitter niet uit de weg. In een huismeesterachtige rol werken er al enkele mensen met een SW-achtergrond. “Maar binnen een organisatie die zo lean&mean mogelijk wil zijn, is het niet eenvoudig om ruimte te vinden voor inclusie. Terwijl we dat toch willen.”

Principes Participatiewet omarmen

KienhuisHoving omarmt namelijk niet alleen in woord de principes van de Participatiewet. Het kantoor is ook met daden al jaren nauw betrokken bij de maatschappelijke discussie over inclusie op de arbeidsmarkt. “Al voor de Participatie- en Quotumwet en de komst van het nieuwe ontslagrecht, waren we bezig met het ontwikkelen van arbeidsovereenkomsten die werkgevers de mogelijkheid zouden bieden zonder complicaties contracten aan te bieden aan mensen met een arbeidsbeperking.”

De kern van het idee was van een briljante eenvoud, zoals juridische oplossingen wel vaker zijn. Werk bieden aan mensen die langer op afstand tot de arbeidsmarkt hebben gestaan, brengt bepaalde onzekerheden met zich mee. Wat gebeurt er bij ziekte, wat gebeurt er als iemand toch niet de verwachtte arbeidsinzetbaarheid heeft? “Dit soort kwesties kun je prima contractueel uitsluiten en tegelijkertijd een volwaardige arbeidsovereenkomst sluiten. In combinatie met een gemeentelijk suppletiefonds, kun je de financiële risico’s afdekken.”

Een gedrocht

De huidige Participatiewet noemt Van der Vaart een uit goede intenties voorgekomen gedrocht waarmee alle betrokken partijen worstelen. “Ik hoor ook van de andere deelnemers aan de 99vanTwente dat het veel te ingewikkeld is. Binnen de 99vanTwente voeren we interessante discussies over de juridische problemen rond inclusie. Wij stellen onze expertise natuurlijk graag ter discussie, bijvoorbeeld voor de leden die graag een pool willen vormen van medewerkers uit de participatiedoelgroep.”

Om meer recht te doen aan de geest van de Participatiewet gaat Van der Vaarts voorkeur eigenlijk uit naar een meer principiële oplossing. “Anderzijds is het interessant om te kijken of het in deze variant mogelijk is om te komen tot een situatie waarin mensen uit de doelgroep een volwaardig arbeidscontract krijgen. In zijn algemeenheid denk ik dat de overheid wel de ruimte zou moeten geven aan werkgevers om te pionieren. Een wet als deze heeft een proeftuin nodig waarin alle stakeholders participeren. Laten we dan maar proefondervindelijk ontdekken wat werkt, en wat niet.”