KNMI: “Het is ook voor ons een leerproces”


KNMI-BIGA-1

Wie wil weten hoe het weer de komende tijd zal zijn, kan voor actuele weersverwachtingen terecht bij het KNMI. Het meteorologisch instituut uit De Bilt heeft ongeveer 400 medewerkers en biedt sinds 2012 ook enkele werkplekken aan mensen die een afstand tot de arbeidsmarkt hadden. HRM-adviseur Hetty Loeb: “Als overheidsdienst moet je zelf het goede voorbeeld geven.”

“Bij het KNMI werken veel universitair opgeleide bèta’s, we zoeken ook internationaal om geschikte collega’s te vinden” vertelt Hetty Loeb. Toen er in 2012 vanuit de Biga-groep, een SW-bedrijf, de vraag kwam of het KNMI werkervaringsplekken had voor mensen met een beperking, ging Loeb graag het gesprek aan en daar werd ze enthousiast van.

Bernadette Voorendt (Biga Groep) en Hetty Loeb (KNMI).

Bernadette Voorendt (Biga Groep) en Hetty Loeb (KNMI).

Functies creëren
“Het leek me stug dat wij als organisatie niet in staat zouden zijn om functies te creëren die geschikt zouden zijn,” zegt ze. Met hulp van de Biga-groep bekeek Loeb de mogelijkheden op de verschillende afdelingen en zo kwamen er drie werkplekken tot stand. “Biga hield de jobcarvingsinterviews met alle managers en de afdelingen hebben zelf hun wensen in beeld gebracht. Zo kwamen we erachter waar ondersteuning nodig was.”

Dat bleek op verschillende plekken: op de financiële afdeling, op de administratie en de derde medewerker die via Biga bij het KNMI terecht kwam, herschrijft ingewikkelde onderzoeksrapporten in begrijpelijk Nederlands of Engels. “De drie medewerkers zijn vanuit BIGA gedetacheerd en werken op tijdelijke contracten. Zo houden ze Biga als vangnet, ook als wij de komende jaren nog aan verdere bezuinigingen blootgesteld zouden worden.”

Stralende voorbeelden
De drie medewerkers zijn volgens Loeb stralende voorbeelden die hun eigen plekje binnen het KNMI helemaal gevonden hebben. Loeb probeert daar ook zoveel mogelijk de voorwaarden voor te scheppen. “Ik merkte dat ze bijvoorbeeld moeite hebben met ‘het nieuwe werken’, de flexibele werkplekken dus, dat in de loop van 2015 zal starten. Daarom krijgen zij een vaste plek, twee zitten ook samen op een kamer omdat ze heel goed met elkaar om kunnen gaan.”

Het gaat echter niet altijd goed. “We hebben hier een Wajongere gehad, voor wie intensievere begeleiding moest komen dan wij en de jobcoach eigenlijk hadden ingeschat. Ook geldt bij deze doelgroep wat voor iedere nieuwe medewerker geldt: mensen moeten wel willen en passen in de sfeer van het instituut. De juiste persoon vinden is wat dat betreft voor ons ook een nuttig leerproces.”