De laatste tijd zien we regelmatig positieve berichten in het nieuws verschijnen over asielzoekers en werk. Het aantal asielzoekers met een baan is volgens UWV flink toegenomen. Hoe dat komt – en waar de schoen soms toch nog wringt – leggen we hieronder uit.
Ruimere regels
Dat er ten opzichte van vorig jaar maar liefst vier keer zo veel asielzoekers aan het werk zijn, heeft vooral te maken met een wetswijziging. Voorheen mochten zij maximaal 24 weken in een heel jaar werken, maar dat maximum geldt niet meer. Voor bedrijven is het daardoor een stuk aantrekkelijker geworden om deze groep werkzoekenden aan de slag te helpen. Niet voor niets hebben meerdere werkgeversclubs, waaronder AWVN en De Normaalste Zaak, aangedrongen op een versoepeling van de regels. Want naast winst voor werkgevers, betekent deze ontwikkeling ook zeker winst voor asielzoekers: werk geeft perspectief en zorgt voor een betere integratie.
Wat kan er beter?
We noemen een drietal punten:
1. Passend werk gewenst – Judith Duveen, algemeen directeur UWV Werkbedrijf en lid van de Raad van Advies van De Normaalste Zaak, vertelt in een persbericht dat niet iedere persoon al het werk doet dat bij hem of haar past. Denk aan theoretisch opgeleide mensen die hier in Nederland werk doen waar geen diploma voor nodig is. Duveen: “‘Dat kan mooi zijn als springplank, maar lang niet voor iedereen is dit de baan die past bij de opleiding en ervaring uit het thuisland en die bijdraagt aan duurzaam werk. We laten nog veel talent onbenut. Het zou goed zijn als we met elkaar kijken naar wat mensen nog meer kunnen en wat hun vaardigheden zijn.”
2. Meer kennis over de procedures nodig – Daarnaast is het zo dat er meer mensen aan het werk zouden kunnen, als zij sneller een burgerservicenummer (bsn) zouden krijgen. Én als meer mensen op de hoogte zouden zijn van de mogelijkheid om met spoed een bsn aan te vragen. Zo blijkt uit dit schrijnende interview in het AD dat mensen soms te horen krijgen dat ze sneller een bsn krijgen als ze een arbeidscontract kunnen laten zien. Maar werkgevers geven juist pas een contract als er een bsn is. Dit ‘kastje-muur-verhaal’ is voor mensen erg frustrerend, maar vooral onnodig.
- Een werkgever kan een tewerkstellingsvergunning (TWV) aanvragen. (UWV vraagt dan of de werknemer een bsn heeft, maar dat is geen beletsel om een vergunning af te geven wanneer hij daarover nog niet beschikt.)
- Na bevestiging van UWV kan een asielzoeker het COA aanvragen om bij de Basis Registratie Personen met spoed een bsn aan te vragen. Zij krijgen dan – net als statushouders – voorrang en komen niet op een wachtlijst.
3. Verhuizing belemmert integratie – Stel dat een asielzoeker een verblijfsvergunning krijgt, dan wordt deze statushouder aan een gemeente toegewezen. Bij een verhuizing van een asielzoekerscentrum naar een reguliere woning wordt helaas niet altijd rekening gehouden met het werk, waardoor hij of zij soms weer opnieuw moet beginnen met de zoektocht naar een baan.
We hopen van harte dat de situatie rondom mensen die hier asiel hebben aangevraagd, alleen nog maar meer gaat verbeteren, zodat zij weer aan een toekomst kunnen bouwen. Ongeacht in welk land die toekomst uiteindelijk zal plaatsvinden.