Goed nieuws voor werkgevers: per 1 januari gaat er een wetswijziging in die ervoor zorgt dat werkgevers minder gedoe gaan ervaren als er gebruikt wordt gemaakt van loonkostensubsidie en de no-riskpolis. Maud Smulders volgt namens De Normaalste Zaak de ontwikkelingen op de voet en praat ons bij.
Maud, wat hield dat ‘gedoe’ precies in?
“Als een werkgever mensen uit de doelgroep banenafspraak in dienst heeft, ontvangt de werkgever voor hen loonkostensubsidie van de gemeente. Ook is er de no-risk polis: deze vergoeding gaat in wanneer een medewerker ziek is. Wanneer de werkgever een ziekmelding doorgeeft aan UWV, geeft UWV de gemeente een seintje dat de loonkostensubsidie tijdelijk stopgezet kan worden, om dubbele betaling te voorkomen. Maar in de praktijk loopt dit vaak in de soep. Omdat ziek- en betermeldingen niet altijd op tijd worden doorgegeven of verwerkt, komt het regelmatig voor dat gemeenten de al uitgekeerde loonkostensubsidie later weer moeten verrekenen. Administratieve rompslomp dus. Als gevolg daarvan werd werkgevers soms gevraagd om de ziekmelding niet alleen UWV, maar ook direct aan de gemeente door te geven. Dat betekent dubbel werk.”
Loonkostensubsidie (LKS) is een belangrijk instrument voor werkgevers die iemand met een ziekte of handicap in dienst nemen. LKS vergoedt het verschil tussen loonwaarde en minimumloon.
De no-riskpolis is een regeling voor werkgevers die een werknemer in dienst nemen met een ziekte of handicap. Bij ziekte wordt het loon voor deze werknemers vergoed aan de werkgever.
En wat gaat er nu precies verbeteren?
“Voortaan is het zo dat wanneer een werkgever een medewerker ziek meldt, het UWV bij het uitkeren van de no-risk al rekening houdt met de loonkostensubsidie. Dat betekent dat de gemeente de loonkostensubsidie niet meer stop hoeft te zetten en geen terugvorderingen meer hoeft te doen. Dat zorgt natuurlijk voor minder administratieve lasten. Een belangrijke verbetering die hiermee samenhangt is dat gemeenten vanaf 2022 de loonkostensubsidie maandelijks uiterlijk 1 werkdag vóór de 21e van de lopende maand moeten gaan betalen.”
Wat levert die eenduidige betaaldatum werkgevers concreet op?
“Werkgevers die te maken hebben met meerdere gemeenten, ervaren grote onderlinge verschillen. De ene gemeente betaalt eind van de maand vooruit, de ander betaalt pas uit als de werkgever loonstroken declareert. En weer andere gemeenten betalen eens per kwartaal. Vanaf januari wordt het administratief gezien een stuk overzichtelijker. Bovendien is het voor met name kleine werkgevers prettig als de loonkostensubsidie binnen is vóór de salarissen worden uitbetaald. Tot slot is het voortaan niet meer nodig om loonstroken aan te leveren bij medewerkers met een vast aantal contracturen.”
Waarom zijn deze verbeteringen belangrijk?
“Het haalt een hoop complexiteit weg, zowel bij werkgevers als gemeenten. Wanneer de administratie soepel verloopt, is er een belemmering minder om de stap naar (meer) inclusief werkgeverschap te zetten.”
Het gaat hier dus voornamelijk om werkgevers die mensen met een arbeidsbeperking in dienst hebben voor wie zij loonkostensubsidie ontvangen. Jij bent al sinds 2019 betrokken bij het DNZ-project loonkostensubsidie. Kun je hier iets over vertellen?
“Begin 2019 organiseerden we in samenwerking met het ministerie van SZW expertsessies waarin werkgevers en gemeenten op zoek gingen naar een antwoord op de vraag: hoe kunnen we een landelijk, niet-complex proces inrichten rondom loonkostensubsidie? Het resultaat is het preferente proces loonkostensubsidie gaan heten. Vervolgens zijn we samen met de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten (VNG) en Divosa zo veel mogelijk gemeenten gaan motiveren om hiermee aan de slag te gaan, om hen vervolgens ook te helpen met de implementatie ervan.”
Dus wat begon als een kritisch geluid richting overheid en werkgeversdienstverleners, is uitgemond in een succesvolle samenwerking.
“Er is echt vanuit praktische knelpunten gekeken naar welke wetgeving er nodig is. En dat is gewoon gelukt! De eenduidige betaaldatum die nu wettelijk verplicht wordt, komt uit de koker van het preferente proces.”
Even résumé: alle gemeenten hanteren per 1 januari dezelfde betaaldatum voor LKS, ook de gemeenten die nog niet zijn aangehaakt op het preferente proces loonkostensubsidie.
“Dat klopt. Maar het preferente proces behelst nog veel meer dan de verbetering rondom de betaaldatum. Denk aan uniform gebruik van één aanvraagformulier, vlotte doorlooptijden en een eenduidige betaalspecificatie. Dus het is nog steeds belangrijk dat álle gemeenten volgens het preferente proces gaan werken. Er zijn nu meer dan 200 gemeenten bezig met de implementatie van het proces, dus nog niet alle gemeenten zijn aan boord. Dat betekent dat er nog veel inclusieve werkgevers niet kunnen profiteren van het gehele pakket aan verbeteringen.
Ik ben dan ook reuzebenieuwd naar de ervaringen van werkgevers. Zowel van werkgevers die al met het verbeterde proces te maken hebben, als van werkgevers die actief zijn in gemeenten die hier nog niet op zijn aangehaakt. Je kunt natuurlijk zelf je contactpersoon bij de gemeente feedback geven en wijzen op het preferente proces, maar je kunt ook ons benaderen. Hoe meer wij weten over de knelpunten die werkgevers wel – of niet meer! – ervaren, hoe beter wij bij gemeenten de urgentie kunnen aantonen om ook over te stappen op het preferente proces.”
Wil je contact met ons opnemen over jouw ervaringen met loonkostensubsidie of andere werkgeversdienstverlening? Stuur dan een mail naar lks@denormaalstezaak.nl of neem direct contact op met Maud!
![]() | Maud Smulders projectleider project Loonkostensubsidie maudsmulders@denormaalstezaak.nl |