Partnerenquête levert schat aan informatie op
Ruim 40% van onze partners heeft deze zomer de uitgebreide partnerenquête ingevuld. Hiervoor onze hartelijke dank. De uitkomsten leveren waardevolle inzichten op.
In deze nieuwsbrief een impressie van de resultaten en de belangrijkste conclusies.
RESULTATEN
Persoonlijke overtuiging op één
Onze partners ondernemen vooral inclusief vanuit hun persoonlijke overtuiging, vanuit het principe van duurzaamheid en de MVO-gedachte. In veel mindere mate zijn het Sociaal Akkoord en de Quotumwet een reden.
Inclusief ondernemen is goed voor de onderneming
83,5% van de respondenten ervaart persoonlijk voldoening en 80% een positief imago bij klanten en opdrachtgevers. Andere positieve effecten zijn het netwerk (55,3%), meer draagvlak onder medewerkers (48%) en hogere werknemerstevredenheid (39%).
Grote diversiteit aan praktische ervaring beschikbaar
De 88 respondenten scoren gezamenlijk op alle in de enquête aangereikte deelactiviteiten, positieve ervaringen, knelpunten en informatiebehoefte. Dit biedt kansen voor gerichte kennisdeling tussen partners. Respondenten scoren veel vaker positieve ervaringen dan knelpunten.
Positieve ervaringen
Tussen de 70% – 50% heeft positieve ervaringen met de thema’s interne begeleiding, introductie van personeel met een beperking en diversiteit bespreekbaar maken.
Meer dan de helft van de respondenten heeft ook positieve ervaringen met functieaanpassing, actieve werving en handvatten voor selectie.
Knelpunten
Met 26,4% is het thema ‘actieve werving’ het vaakst genoemde knelpunt, gevolgd door specifieke subsidies en regelingen (21,4%) en inhuur van externe begeleiding (20,5%).
Informatiebehoefte
Het vaakst noemen de respondenten hier de PSO-certificering (37,3%). Hieruit leiden we af dat partners zelf inzicht willen hebben in hun prestaties en deze transparant willen maken.
Samenhang tussen ervaringen
Respondenten die positieve ervaring met functiecreatie en werkplekaanpassingen invulden, geven vaker als argument aan dat zij via inclusief ondernemen een betere product-/dienstkwaliteit realiseren dan bedrijven zonder ervaring met functiecreatie.
Respondenten die positieve ervaring hebben met arbeidsvoorwaardelijke specificaties ervaren minder vaak dat draagvlak onder medewerkers een knelpunt is.
Werven via eigen netwerk werkt het best
51,2% is tevreden met werving via het eigen netwerk, geen van de respondenten is over deze aanpak ontevreden. Een kleine 30% is tevreden over werving met ambassadeurs. Over UWV als wervingskanaal zijn ongeveer evenveel respondenten tevreden als neutraal als ontevreden. Meer dan 2/3 laat weten dat zij niet werven via vacaturesites of advertenties.
Doelgroep komt gewoon in dienst
73% van de respondenten heeft positieve ervaring met het aanstellen van mensen uit de doelgroep via tijdelijke arbeidsovereenkomsten. Gevolg door stagecontracten (68%) en leerwerkplekovereenkomsten (58%). 58% van de partners die de enquête invulden, heeft mensen uit de doelgroep in vaste dienst.
Gedrag en verminderde arbeidsproductiviteit opvallende knelpunten
In de enquête is apart gevraagd naar de knelpunten die partners ervaren. 50% noemt hier de geringe plaatsingsmogelijkheden vanwege te weinig werk of opdrachten. 47% ervaart het gedrag van de medewerkers met een beperking als knelpunt en 46% noemt de geringe(re) arbeidsproductiviteit. Gering draagvlak bij klanten en medewerkers zijn in veel mindere mate een bottleneck (14% resp. 20%). Bijna 30% ervaart gebrek aan investeringskapitaal als knelpunt.
Verschillen tussen grote en kleine bedrijven
Een vergelijking van antwoorden tussen bedrijven met minder en meer dan 250 medewerkers maakt de volgende tendensen zichtbaar:
- Partners van kleine bedrijven doen voornamelijk aan inclusief ondernemen vanuit intrinsieke motivatie. Partners van grote bedrijven doen dit vaker óók vanwege externe factoren (Sociaal akkoord of Quotumwet).
- Kleine bedrijven zijn over het algemeen positiever over inclusief ondernemen dan grote bedrijven. Zij zien meer effecten van inclusief ondernemen, bijvoorbeeld meer opdrachten / verkoop of een betere product- of dienstkwaliteit.
- Kleine bedrijven beginnen gewoon, terwijl grote bedrijven meer plannen maken.
- Kleine bedrijven zijn positiever over re-integratiebedrijven en hebben hier meer ervaring mee dan grote bedrijven. Grote bedrijven geven bij de werving vaker de voorkeur aan uitzendbureaus, waar kleine bedrijven de voorkeur geven aan re-integratiebedrijven.
Wat verwachten partners van het netwerk?
88% van de respondenten ziet een taak voor De Normaalste Zaak om knelpunten onder de aandacht van politiek te brengen. Verder hebben veel partners behoefte aan informatie over actuele wet- en regelgeving, subsidies en regelingen (80%). Rond de 55% verwacht dat het partnernetwerk best practices en business cases zichtbaar maakt en dat er netwerkbijeenkomsten worden georganiseerd in de regio.
Er is grote bereidheid om zelf bij te dragen
Driekwart van de respondenten wil zijn eigen ervaringen delen en adviseren aan andere werkgevers. De helft wil zijn bedrijf aanbieden als best practice, is bereid een inleiding over inclusief ondernemen of een rondleiding in zijn bedrijf te verzorgen. Een kleine 60% stelt ruimte beschikbaar voor (regionale) bijeenkomsten van De Normaalste Zaak.
BELANGRIJKSTE CONCLUSIES
a. Partners van De Normaalste Zaak ondernemen vooral inclusief vanuit hun persoonlijke overtuiging. Dat geeft maar liefst 90% van de respondenten aan.
b. Partners vinden het een belangrijke taak van De Normaalste Zaak om de knelpunten bij het aan de slag helpen van de doelgroep onder de aandacht van de politiek te blijven brengen.
De Normaalste Zaak zal het Ministerie en de Tweede Kamer blijven voeden met ervaringen en oplossings-mogelijkheden. Daarnaast zal De Normaalste Zaak ook in de toekomst ontmoetingen tussen partners en politici organiseren.
c. Veel respondenten (80%) hebben behoefte aan actuele informatie – over wet- en regelgeving, subsidies en regelingen. De Normaalste Zaak zal hieraan veel aandacht blijven besteden.
Lees: Uitkomsten enquête onder partners
Lees onze PowerPoint: Resultaten 2014 – Enquête onder partners