De Eerste Kamer heeft eind mei het wetsvoorstel vereenvoudiging Wajong aangenomen. Uitgangspunt van de nieuwe wet is dat werken moet lonen.
De huidige regels voor werken en inkomen zijn niet voor alle Wajongers gelijk. De nieuwe wet zorgt voor uniformere regels, zodat het voor Wajongers financieel aantrekkelijker wordt om te gaan werken. Ook kunnen zij door deze nieuwe wetgeving terugvallen op een Wajong-uitkering als ze hun werk verliezen. En, anders dan nu, wie een opleiding volgt, behoudt zijn volledige uitkering.
Vanaf 2021 geldt dat iedere werkende Wajonger altijd minimaal hetzelfde inkomen krijgt als een werknemer die zonder Wajong met hetzelfde functieloon en aantal uren werkt.
Garantiebedrag
Op grond van een overgangsregeling gaat UWV voor alle werkende Wajongers de nieuwe regels met de oude regels vergelijken. Komt de uitkering op basis van de nieuwe regels lager uit dan de oude uitkering, dan komt de Wajonger in aanmerking voor een garantiebedrag dat het verschil tussen de oude en nieuwe situatie compenseert zolang hij werkt. Wordt een Wajonger werkloos maar vindt hij binnen 12 maanden weer een andere baan, dan houdt hij recht op de garantieregeling.
Monitoren arbeidsmarktpositie
Staatssecretaris Van Ark van SZW heeft toegezegd om de arbeidsmarktpositie van Wajongers te monitoren in de context van de coronacrisis. Ook laat ze kijken naar een mogelijkheid om de herlevingsduur van de garantietermijn aan te passen als dit nodig is.
Het wetsvoorstel geldt vanaf 1 januari 2021 met uitzondering van de studiemaatregelen die al in september 2020, bij aanvang van het nieuwe studiejaar, ingaan.