ISD Bollenstreek maakte eerder dit jaar bekend loonkostensubsidie alleen nog maar te verstrekken bij contracten van maximaal 25,5 uur per week en alleen aan uitkeringsgerechtigden. Staatssecretaris Van Ark ziet geen wettelijke ruimte voor deze plannen.
De staatssecretaris van SZW stelde gisteren dat gemeenten niet bij verordening mensen uit de doelgroep loonkostensubsidie uit kunnen sluiten. Ze liet weten dat loonkostensubsidie volgens de Participatiewet onafhankelijk van aantal gewerkte uren, en onafhankelijk van de vraag of iemand uitkeringsgerechtigd is, wordt verstrekt. Dat is niet positief voor werkgevers en werknemers met een arbeidsbeperking in de Bollenstreek en daarbuiten. De Normaalste Zaak maakt zich al jaren sterk voor een uniforme uitleg van de regelgeving. En dit is een stap in de goede richting.
De ISD Bollenstreek, een samenwerkingsverband van de gemeenten Hillegom, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen, kondigde eerder dit jaar aan met terugwerkende kracht (vanaf 1 januari 2018) de loonkostensubsidie te maximeren op contracten van maximaal 25,5 uur per week. Daarnaast wilde ISD Bollenstreek vanaf 1 januari 2018 alleen nog maar loonkostensubsidie verstrekken aan uitkeringsgerechtigden. Dit leidde tot ophef onder mensen met een arbeidsbeperking en hun werkgevers.
Volgens staatssecretaris Van Ark biedt de Participatiewet geen ruimte voor deze plannen. Dit schreef ze gisteren in antwoord op Kamervragen van Jasper van Dijk (SP): “Het doel van loonkostensubsidie aan de werkgever is hem in staat te stellen mensen, die niet zelfstandig het minimumloon per uur kunnen verdienen, aan te nemen. Het aantal uren in een arbeidsovereenkomst is een zaak van werkgever en werknemer.”
De staatssecretaris noemt het verder ‘niet relevant’ of kandidaat werknemers uit de doelgroep uitkeringsgerechtigd zijn of niet: “De gemeente kan niet bij verordening iemand uit de doelgroep loonkostensubsidie, aan wie de werkgever een arbeidsovereenkomst aan wil bieden, uitsluiten.” Van Ark verwacht dan ook dat de betrokken gemeenten hun verordeningen aan zullen passen en het regionale beleid daarmee zal veranderen.