Q&A wet- en regelgeving rondom inclusief werkgeven


Tijdens de bijeenkomst ‘Wet- en regelgeving rondom inclusief werkgeven’ kwamen vragen aan de orde over de volgende onderwerpen:

  • De banenafspraak met onder andere de verbreding van de doelgroep en het wetsvoorstel ‘Vereenvoudiging banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten’
  • Diversiteitswetgeving, met onder andere de wet evenwichtiger maken man/vrouwverhouding in RvC en RvB
  • Europese richtlijnen, CSRD en CSDDD.

Lees hier de presentatie van de bijeenkomst

Tijdens de bijeenkomst zijn de vorderingen van de banenafspraak besproken. Voormalig Minister Schouten van Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen heeft in oktober 2023 het wetsvoorstel ‘Vereenvoudiging banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten’ ingediend bij de Tweede Kamer. Dit voorstel moet knelpunten in de huidige wetgeving rondom de banenafspraak aanpakken.

Per wanneer vervalt de doelgroepverklaring?
De verklaring vervalt met de invoering van het wetsvoorstel. De Tweede Kamer heeft de behandeling van dit wetsvoorstel nu ingepland voor de tweede helft van november. Als de Tweede en Eerste Kamer instemmen met de wet is de geplande ingangsdatum 1 januari 2026. 

Geldt het LKV-structureel ook voor huidige medewerkers?
Ja, het LKV is onderdeel van de nieuwe bonusregeling en geldt ook voor medewerkers die nu al in dienst zijn en onder de doelgroep vallen.

Wanneer wordt het LIV stopgezet?
Vanaf 1 januari 2025 wordt het LIV afgeschaft. Werkgevers ontvangen in 2025 nog het LIV over de verloonde uren van 2024. Het Jeugd-LIV is al sinds januari 2024 afgeschaft.  

Heeft de nieuwe doelgroep recht op loonkostensubsidie of loondispensatie?
Ja, deze rechten gelden vanaf de invoeringsdatum van de verbreding, maar niet met terugwerkende kracht.

Wordt verwacht dat Wajong- of WIA-gerechtigden weer aan het werk gaan?
Nee, het wetsvoorstel stelt geen verplichting voor mensen bij wie het UWV heeft vastgesteld dat zij duurzaam geen arbeidsvermogen hebben om weer te gaan werken.

Gaan mensen in de WW onder de Participatiewet vallen?
Dit wordt later duidelijk. Voor eind 2024 wordt een eerste advies verwacht.

Moeten overheidsorganisaties rapporteren over de man/vrouw-verhouding?
Sinds 1 januari 2022 geldt de zogenoemde diversiteitswet, formeel de Wet ‘Evenwichtiger verhouding tussen mannen en vrouwen in bestuur en raad van commissarissen’. Deze wet heeft als doel om de verhouding tussen mannen en vrouwen in de top en subtop van het bedrijfsleven evenwichtiger te maken. Deze wet vraagt beursgenoteerde bedrijven en grote vennootschappen

  • Een ingroeiquotum voor de RvC te handhaven, waarbij ten minste een derde van het aantal leden uit vrouwen bestaat en een derde van het aantal leden uit mannen. 
  • Het opstellen van passende en ambitieuze streefcijfers voor de verhouding van mannen en vrouwen in het bestuur, de RvC en subtop
  • Te rapporteren over het bovenstaande en daarnaast plannen en doelen om streefcijfers en quota te behalen en redenen waarom doelen niet worden bereikt. 

Aan overheidsorganisaties stelt deze wet geen vergelijkbare verplichtingen.
Wel heeft het kabinet begin 2022 het volgende uitgesproken:

  • Het kabinet roept de gehele (semi)publieke sector op om toe te werken naar 50 procent vrouwen in de (sub)top. Daarom komt er een wettelijke verplichting om een streefcijfer te formuleren voor de (sub)top van overige (ambtelijke) organisaties binnen de (semi)publieke sector. Hierbij worden organisaties verplicht om zelf passende en ambitieuze streefcijfers op te stellen. Om te zorgen voor versnelling én vanwege de voorbeeldfunctie van de (semi)publieke sector wordt een minimum van 33 procent gehanteerd. Dit is een belangrijke eerste stap. Het einddoel is om te komen tot een goede balans in de (sub)top (een 50/50-verdeling). Ook worden de organisaties wettelijk verplicht een plan op te stellen hoe zij het streefcijfer willen behalen”.

Wetgeving is inmiddels voorbereid, echter volgende stappen worden aan een nieuw kabinet overgelaten. 

Hoe voldoen we aan de CSRD-rapportage over mensen met een beperking, rekening houdend met de AVG?
Inzake: S1.12 People with disability: EU hanteert de UN-definitie. CSRD zegt ook dat er volgens lokale definities wordt gerapporteerd. In Nederland spreekt de wet over mensen met een handicap of een chronische ziekte. Welke ervaring met hoe deze definitie toe te passen in het kader van CSRD S1.12 rapportage of anderszins is er al? 

Experts geven daarover het volgende aan: 

Voor de rapportage kan je op dit moment aansluiting zoeken bij wat je al onderneemt.
Als je momenteel werkt en registreert op de banenafspraak, maar niet op andere deelgroepen binnen de doelgroep van mensen met een beperking, is het voldoende om hierover te rapporteren en toe te lichten waarom je je rapportage tot deze groep beperkt. Bijvoorbeeld omdat je beleid zich op dit moment specifiek hierop richt. Vermeld daarbij ook welke uitdagingen je ervaart bij een bredere rapportage. Zo kun je aangeven dat je bijvoorbeeld graag zou willen werken met gegevens over uitkeringsachtergrond, omdat dit een redelijk beeld kan geven van de aanwezigheid van een beperking. Echter, de registratie van uitkeringsachtergrond is in de Nederlandse juridische context nog onduidelijk, waardoor het niet zeker is of dit voor werkgevers is toegestaan.

Mocht je al werken met een andere benadering, bijvoorbeeld door wel op uitkeringsachtergrond te registreren, dan kun je dit als uitgangspunt nemen voor je rapportage. Welke aanpak je ook hanteert, het is belangrijk om dit helder toe te lichten.

Naar verwachting zal er na de eerste rapportagerondes zowel vanuit de EU als vanuit de samenleving een dialoog ontstaan om de definities verder aan te scherpen en te verduidelijken.

Gaat het bij ‘mensen met een beperking’ om DGR of Arbeidsbeperking algemeen?  
Beide, afhankelijk van je eigen keuze, zie hierboven.

Zou je onder S.1.12 kunnen rapporteren over het aantal medewerkers in dienst met een No Risk status? ‘Een handicap’ kan namelijk best breed geïnterpreteerd worden.   
Ja, zie hierboven. 

Geldt de CSRD voor overheidsorganisaties?
Nee, de richtlijn geldt alleen voor bv’s, nv’s, vof’s, cv’s en organisaties van openbaar belang, zoals banken en verzekeraars. In landelijke wetgeving kunnen andere categorieën organisaties worden toegevoegd, maar in de voorstellen vanuit de regering is dat tot nu toe niet het geval.