Het ROC Midden Nederland is een mbo-school met 20 locaties, ruim 1.600 medewerkers en 23.000 studenten. Marlie Poels is er actief als Manager Mobiliteit en onder andere betrokken bij het aanstellen van medewerkers met een arbeidsbeperking.
“Het College van Bestuur heeft al enkele jaren geleden besloten dat we een echte inclusieve organisatie willen zijn,” vertelt Poels. ROC Midden Nederland wil dit omdat er onder de ‘eigen’ (ex) studenten ook kandidaten zitten die tot de doelgroep behoren. Daarnaast wil de school midden in de samenleving staan en zowel docenten als studenten in contact brengen met medewerkers die een arbeidsbeperking hebben.
Als onderdeel van de Banenafspraak wil ROC Midden Nederland in 2018 18 mensen met een beperking een baan bieden. Op dit moment werken er 10 personen, uit de doelgroep voor het mbo. “In 2015 hebben we een plan gemaakt over inclusie en geïnventariseerd hoe we het deden. Vorig jaar zijn we begonnen met plaatsen. In 2016 waren er 5 kandidaten, en dit jaar hebben we al 10 mensen uit de doelgroep aan het werk.”
Vanuit de vacature, de kandidaat en het netwerk
Poels en ROC Midden Nederland kijken bij alle vacatures of het mogelijk een geschikte vacature is voor mensen met een beperking, maar hebben daarnaast ook contact met het werkgeversservicepunt om te kijken of die geschikte en geïnteresseerde kandidaten hebben die passen bij de vacature of passen bij het ROC. “Ik denk dat het goed is om op zoveel mogelijk verschillende manieren naar mensen en banen te zoeken. We vragen ook aan onze medewerkers of ze misschien kandidaten kennen die hiervoor in aanmerking komen.”
Om belemmeringen weg te nemen bij de verschillende colleges en diensten die onder ROC Midden Nederland vallen, is er voor gekozen de financiën centraal te regelen. De medewerker komt dus niet ten laste van het eigen budget van het college of de dienst. “Het kost ze dus niets aan geld, maar natuurlijk wel aan tijd. We vragen van onze collega’s dat ze, al dan niet samen met een jobcoach, de begeleiding goed regelen. De kandidaat die bij ons komt, moet een vast aanspreekpunt hebben die ook daadwerkelijk op dezelfde locatie werkt.”
Poels vraagt ook van haar collega’s om af en toe een beetje flexibel te zijn. Een geschikte kandidaat voor de functie van assistent instructeur bleek niet het gewenste aantal uur beschikbaar te zijn. “Dat gaat eigenlijk altijd wel goed. Je merkt dat ook de begeleiders enthousiast zijn. Inclusie is geen eenrichtingsverkeer, de collega’s leren er ook van!”
Zichtbaarder
Poels is tevreden met het aantal plaatsingen, maar zou graag zien dat de medewerkers met een beperking nog meer en zichtbaarder in de organisatie aanwezig zouden zijn. “Je ziet dat veel mensen uit de doelgroep helemaal niet als zodanig bekend willen staan en gewoon hun werk willen doen”. Dat kan ik me goed voorstellen, en dat mag natuurlijk ook, maar als voorbeeldfunctie voor onze studenten en docenten wil je het graag zichtbaar maken. Het is positief om te laten zien dat het gaat om ontzettend leuke en goede mensen die op deze manier een kans krijgen om bij te dragen aan de maatschappij.”
Als de succes plaatsingen goed zichtbaar zijn, wordt het ook weer makkelijker om andere diensten of colleges er van te overtuigen dat ze het ook kunnen proberen, weet Poels. “Tot nu toe hebben we vooral ingezet op ondersteunende functies, zoals de servicedienst, het magazijn en het archief. In de toekomst willen we door de hele organisatie heen plekken aanbieden op de diverse locaties en binnen de diverse colleges. Dat is misschien niet makkelijk, maar is wel een mooi doel.”