Stichting Viola (Verschillend Onderwijs in Leusden Achterveld) is de grootste onderwijsinstelling van Leusden en omgeving. Verdeeld over elf scholen is de stichting verantwoordelijk voor het primaire onderwijs aan 2.300 kinderen, tussen de 4 en 12 jaar. Voila heeft 200 medewerkers.
De P&O-Raad, de vertegenwoordigende instantie van alle basisscholen in Nederland, heeft zich gecommitteerd aan de Banenafspraak. Ook Stichting Voila werd dus verzocht de mogelijkheden van inclusief werkgeverschap te onderzoeken. “Geen enkel probleem,” vond John Mulder, clusterdirecteur met de portefeuille personeelszaken.
Alleen hadden Mulder en zijn collega’s niet zo’n goed beeld van de (on)mogelijkheden die horen bij het werken met Wajongers en andere doelgroepers. Een bezoek aan het WerkgeversServicepunt bracht uitkomst. “Dat is zo’n belangrijke stap geweest. In Diana vonden we een intermediair die al snel begreep hoe onze organisatie in elkaar zat, wat we zochten en wat we konden bieden. Daarnaast bleek later ook nog dat ze een goed oog had voor kandidaten die bij ons zouden kunnen passen.”
Drie plaatsingen
Inmiddels staat de teller op drie plaatsingen: twee conciërges en een leerkracht. Dat er onder de doelgroep ook een leerkracht zou kunnen zitten, had Mulder naar eigen zeggen niet verwacht. “Ze is volgens mij ook niet echt representatief voor de doelgroep. Door een samenloop van omstandigheden was ze in de Wajong beland, maar inmiddels is ze in staat om volledig te functioneren. En het is gewoon een goede juf. Hoewel ze nu tijdelijk op een andere school werkt, hopen we haar op een later moment weer een contract aan te kunnen bieden.”
De conciërges helpen bij het schoonhouden van de school en verrichten klein onderhoud. “Natuurlijk is het mooi om mensen te helpen en een vaste baan te bieden, maar het wordt nog waardevoller als mensen de school ook echt verder kunnen helpen. En dat is het geval, want klein onderhoud op scholen is in Nederland slecht geregeld. Dat komt er op neer dat een directeur in zijn vrije tijd lampen staat te vervangen. Een conciërge op een school verbetert de kwaliteit!”
Enthousiasme
De twee locaties van Voila waar de conciërges nu werken, zijn niet toevallig gekozen. De locatiedirecteuren waren allebei enthousiast en bereid om de benodigde begeleiding te bieden. Bij de begeleiding worden ze ondersteund door een jobcoach. “Dat is wel echt fundamenteel. We zijn heel enthousiast over de samenwerking met de doelgroepers, maar het gaat niet vanzelf. Het zijn speciale medewerkers en die hebben speciale aandacht nodig. Als er een keer iets fout gaat, is het belangrijk om dat niet op z’n beloop te laten en de medewerker meteen aan te spreken. Daar kan een jobcoach echt een belangrijke rol in spelen.”
Na een proefperiode van twee maanden, hebben de conciërges nu allebei een contract voor een jaar. Dat kan met een jaar worden verlengd en uiteindelijk worden omgezet in een vast dienstverband. “We hebben met de locaties afgesproken dat het eerste jaar vanuit de centrale middelen wordt betaald, het tweede jaar delen we de kosten en als ze vast in dienst komen, dan komt het voor rekening van de locaties. Dat lijkt me ook eerlijk. De meeste begeleiding en extra inspanning vindt immers in de beginperiode plaats.”
Financiële voordelen
De conciërges staan beide 20 uur per week op de loonlijst. Dat gaat mogelijk veranderen. “We schrokken wel toen we erachter kwamen dat die jongens er zo eigenlijk financieel niks mee opschieten. Dat kan pas als ze echt meer uren gaan werken. Maar één schoollocatie heeft geen conciërge nodig die er 40 uur per week is. Mogelijk kunnen we dat opvangen door er een derde locatie bij te betrekken en zo meer uren werk mogelijk te maken.”
Mulder is zeker te spreken over de bijdrage die de conciërges leveren aan zijn scholen. Toch gaat het niet altijd vanzelf. “Ik kan inclusief werkgeverschap aan iedereen aanraden, doe dat ook. Soms loop je wel tegen dingen aan die je van te voren niet had kunnen bedenken. Dan is het de opdracht om positief en oplossingsgericht te blijven. Het maken van heldere afspraken lost de meeste problemen vervolgens al op.”