Bert van Boggelen over de vindbaarheid van werknemers met een beperking

De werkgevers hebben zich verplicht om voor het einde van volgend jaar 6.000 banen te creëren voor mensen met een beperking. Het is alleen maar terecht dat er op dit vlak harde afspraken zijn gemaakt tussen kabinet en sociale partners, maar it takes two to tango en als werkgevers 6.000 mensen aan een baan willen helpen, moeten ze die mensen wel kunnen vinden.
En dat is nu juist het probleem. Zowel het UWV, waar de Wajongeren onder vallen, als de gemeenten, die verantwoordelijk zijn voor de mensen in de bijstand en de mensen op de wachtlijst van de WSW, hebben geen goed zicht op de competenties van de mensen in hun bestanden. Vooral het UWV heeft de afgelopen tijd best wat stappen gezet, maar helaas heeft dat nog niet de gewenste transparantie opgeleverd. De informatie die voor werkgevers van belang is, over de werkmogelijkheden, de specifieke beperking en de belastbaarheid van de kandidaten in kwestie, is nog altijd niet bekend.
Evaluatiemoment
Die informatie is cruciaal voor het krijgen van een goede, duurzame match. In een ideale situatie hebben werkgevers immers de keuze uit meerdere kandidaten. Het gaat er niet alleen om of mensen een bepaalde baan aan zouden kunnen, maar ze moeten ook passen binnen het bedrijf. Het is dan ook reëel om te eisen dat UVW en gemeenten eind 2015 de profielen van zo’n 40.000 kandidaten op orde hebben. Eind 2015 vindt een evaluatiemoment plaats en wordt bekeken of de werkgevers 6.000 banen beschikbaar hebben gesteld, zo niet dan wordt alsnog de Quotumwet (5%) ingevoerd. Het is niet meer dan redelijk bij de evaluatie te kijken of het UWV en de gemeenten 40.000 potentiële werknemers een herkenbaar gezicht hebben gegeven.
Het gaat hier niet alleen om het helpen van werkgevers, dit is ook in het belang van de Wajongeren en de mensen in de bijstand. Voor hen is het ook veel motiverender als er goed wordt gekeken naar hun mogelijkheden en effectief wordt gezocht naar een baan die bij ze past. Daarom zouden die profielen moeten voldoen aan de informatiebehoefte van werkgevers en ook inzichtelijk moeten zijn voor werkgevers of bemiddelaars. In de huidige situatie duurt het helaas veel te lang voor er kandidaten bij een vacature gevonden worden. Dit moet sneller en het kan ook sneller.
Hoogste tijd
Ik merk in Den Haag dat steeds meer Kamerleden het belang hiervan inzien. Ik ga er vanuit dat dit punt tijdens de behandeling van de Participatiewet in de Tweede Kamer royaal aan bod komt. We kunnen er met elkaar voor zorgen dat er eind 2015 6.000 mensen met een beperking aan het werk zijn. Dat weet ik zeker, de werkgevers zijn daar al druk mee bezig, maar het is de hoogste tijd dat we ervoor zorgen dat de bestanden inzichtelijk en transparant zijn. De gemeenten en het UWV moeten tijd en mensen vrijmaken of inhuren om dit te doen. En laten we beginnen met het goed registreren van de mensen die zich nu bij het UWV en de gemeente melden, dan hebben we al een wereld gewonnen.

Bert van Boggelen is oud bestuurder-directeur CNV vakcentrale. Als kwartiermaker van De Normaalste Zaak doet hij op deze plek regelmatig verslag van zijn ervaringen.E-mail: bertvanboggelen@denormaalstezaak.nl
Tel: 06-51534933