Très bien: Bedrijfsgroei met mensen uit de Wajong


Het was een samenloop van omstandigheden: een nieuwe activiteit in een productieloods buiten het centrum, ervaring met een Wajonger en de ontmoeting met een jobcoach. Jaap Lammerts, directeur van delicatessenzaak en notenexportbedrijf Très Bien, is er duidelijk over: “We willen niet anders meer”.

quote2Toen we in 2012 zelf noten gingen roosteren, hebben we een productieloods opgezet op een industrieterrein aan de rand van de stad. De studenten die jarenlang in onze winkel en marktkraam een zakcentje verdienden, bleken hiervoor lastig te interesseren. Zelf had ik al een band met een medewerker uit de Wajong. Toen een jobcoach van een re-integratiebureau het idee opperde, had ik dus niet veel tijd nodig om samen naar het UWV te stappen. Nu willen we niet meer anders.

Samenwerking met het UWV

Bij het UWV hebben we ons plan voorgelegd: groepsgewijs jongeren uit de Wajong begeleiden, zodat ze mee kunnen groeien met ons bedrijf. De gesprekken met het UWV liepen buiten verwachting goed. Wel heeft het nog wat voeten in aarde gehad voordat de procedure soepel verliep – de juiste persoon, één aanspreekpunt. In het begin was er vrijwel dagelijks iemand van het UWV op de werkvloer. Dat was geen goede manier van werken. Nu is het beter geregeld, het contact verloopt vooral telefonisch. Daar is iedereen bij gebaat. Het UWV heeft in Groningen een groot aanbod van Wajongers en is daarom erg geïnteresseerd in werkgevers en steeds meer specifiek in het MKB. Het UWV heeft een bedrijfsscan gemaakt om te zien welke taken geschikt zijn voor de doelgroep. Al snel hadden we twee mensen uit de doelgroep voor de schoonmaak in dienst in plaats van inhuur.

Overigens nemen de nieuwe werkbedrijven van de gemeente steeds meer taken over van het UWV.

Zelf selecteren

De selectie van kandidaten doen we zelf. Het belangrijkste is dat de mensen willen werken, de rest komt wel. In een gesprek vragen we naar hun voorkeuren, waar hun hart naar uitgaat, welke liefhebberij ze hebben. De taken zoeken we er dan zoveel mogelijk bij, administratief, routinematig of juist niet, ICT of loods en logistiek.

De weg naar een vast dienstverband

We starten met een werkervaringstraject. Dan kunnen de mensen rustig snuffelen, meestal zo rond de twee dagdelen per week. Dat duurt afhankelijk van de persoon 1 tot 2 maanden. Dan weet je of er een klik is en waar die ligt. Vervolgens bouwen we, via een jaarcontract met uitzicht op vast, geleidelijk uit naar meer uren, tot maximaal 40 uur of zoveel minder als de werknemer aankan. En ook belangrijk: er komt pas een medewerker bij als de vorige helemaal is ingewerkt.

Inwerken en begeleiden doen we samen met onze vier reguliere medewerkers en een bijna permanent aanwezige jobcoach van een van de twee re-integratiebureaus. Vanuit het UMCG worden mensen met een psychische beperking begeleid. Dan zijn er korte lijnen naar een psychiater als dat nodig is. De jobcoaches nemen ons natuurlijk veel werk uit handen, maar je ziet sowieso dat de mensen steeds zelfstandiger kunnen werken. In de loods hebben we een veilige, beschermde werkomgeving gecreëerd. Kleinschalig, met meerdere werkruimtes voor groepjes van 2 à 3 werknemers, met weinig impulsen van buiten. Dat biedt de rust en concentratie die (voormalige) Wajongers prettig vinden.

Wel is het verloop vrij hoog. Dat is niet zo verwonderlijk, want de doelgroep heeft een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Velen hebben nooit eerder gewerkt, dan komt er veel op ze af. Ook speelt de sociaal-maatschappelijke achtergrond een rol. Ouders die een verstandelijke beperking hebben of generaties die werkloos zijn. De achtergrond is vaak bepalender voor de slaagkans dan de beperking. Ook zijn er werknemers, die na zeven maanden elders werk vinden, dat is natuurlijk prima. Uiteindelijk stroomt de helft door naar een vast dienstverband.

We zijn vorig jaar en het jaar daarvoor met 50% gegroeid. En we verwachten verdere groei, een verdubbeling over twee jaar. Daarom is de eenmanszaak omgezet in een BV. We slaan zelfs verzoeken van klanten af, omdat we voor kwalitatieve groei gaan. De markt is er, wij moeten het organisatorisch neerzetten.

Voor elk wat wils

We hebben veel soorten taken. Zo zijn er relatief repeterende werkzaamheden, zoals het inpakken van de noten in kleinverpakkingen en grootverpakkingen. Medewerkers die meer willen, kunnen ingepakte producten stickeren of in het magazijn werken. Daar hebben de jobcoach en ik samen een aangepast track- en tracesysteem opgezet met duidelijke symbolen en kleuren. Een jongen wilde graag op de markt staan, dan kan dat natuurlijk. Nu doet hij daar klusjes voor me.
Twee anderen hebben affiniteit met voeding en tonen interesse in noten branden. Dat gebeurt nu onder begeleiding, want het is nauwkeurig en specialistisch werk. Er gaat zo’n 300-400 kg per uur doorheen.Dat is snel, terwijl het kwalitatief hoogstaand moet zijn. Die druk is lastig voor ze.

De deugd

Het werken met mensen uit de Wajong levert ons veel persoonlijke voldoening op. Het is mooi om te zien hoe mensen zich ontplooien en groeien, zelfstandig worden en betekenis ontlenen aan het werk.

De werknemers die blijven, daar kunnen we op bouwen: ze zijn betrouwbaar, altijd op tijd en verzuimen nauwelijks. Soms zien ze zelfs tegen de vakantie op, omdat ze dan niet weten wat ze moeten doen.

Tips voor andere werkgevers?

  • Ga gewoon een keer langs bij het UWV. Er is veel mogelijk, ook dingen waar je als ondernemer misschien nog niet aan hebt gedacht.
  • Het kost best even tijd om alles goed in te regelen, maar nieuw personeel vraagt altijd extra tijd.
  • Probeer zoveel mogelijk direct contact met de doelgroep te leggen, zonder tussenkomst van re-integratiebureaus. Misschien ken je mensen in je directe omgeving. Probeer een band te krijgen en doe het niet voor de subsidies. Die zijn wel aardig, maar je moet er ook veel uren in stoppen.
  • Elke verandering is voor de doelgroep een probleem. Het is essentieel dat ze weten waar ze aan toe zijn.