Staatssecretaris Tamara van Ark van SZW heeft op 27 maart 2018 de hoofdlijnennotitie aan de Tweede Kamer gestuurd, waarin zij een uitwerking geeft van de plannen in het regeerakkoord voor invoering van loondispensatie in de Participatiewet. Daarmee wil de staatssecretaris eraan bijdragen dat op termijn ruim 200.000 mensen met een beperking aan het werk gaan.
Momenteel worden werkgevers geconfronteerd met twee verschillende systemen als er mensen bij hen komen werken die door een arbeidsbeperking niet het minimumloon kunnen verdienen. Nemen ze iemand met een Wajonguitkering in dienst, dan betalen ze alleen loonwaarde voor het werk dat wordt verricht (loondispensatie). Gaat iemand nu vanuit de bijstand (Participatiewet) werken, dan betaalt de werkgever het volledige loon voor de gewerkte uren en krijgt hij ter compensatie subsidie van de gemeente (loonkostensubsidie). Werknemers die vanuit de Participatiewet in deeltijd gaan werken, krijgen dan vaak nog een aanvulling vanuit de uitkering.
Dat verschil in regels moet in de toekomst verdwijnen voor werkgevers. Het kabinet wil het systeem voor werkgevers eenvoudiger maken, zodat meer werkgevers mensen met een beperking in dienst nemen en houden.
Voor werkgevers is het positief dat er voor mensen uit de doelgroep een uniforme regeling komt, die zowel geldt voor mensen in de Wajong als voor mensen die onder de Participatiewet vallen. Dit leidt tot minder bureaucratische rompslomp en minder administratieve lasten voor werkgevers en maakt het eenvoudiger om mensen met een arbeidsbeperking aan te nemen. De Normaalste Zaak vindt met Van Ark dat werken moet lonen.